+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Kolossenzen
1 2 3 4 71 %
Kol. 3
3:1 Indien 1) jullie dus zijn opgewekt met Christus,
zoek dan de dingen die boven zijn,
waar Christus is,
aan de rechterhand van God zitende,
2 richt je gedachten op de dingen die boven zijn,
niet op die van de aarde,
3 want jullie zijn gestorven,
en jullie leven is
met Christus
verborgen in God.
4 Wanneer Christus verschijnt,
die jullie 2) leven is,
dan zullen jullie ook
samen met Hem
verschijnen in heerlijkheid.

5 Maak 3) ze dan dood 4), je onderdelen die aan de aarde vastzitten 5):
hoererij 6), onzuiverheid 7), hartstocht, boze 8) begeerte,
en de hebzucht die het dienen van afgoden 9) is;
6 hierdoor komt de woede van God!
7 Daarin hebben jullie ook rondgetrokken 10),
ooit, toen jullie daarin leefden —
8 maar nu leggen ook jullie 11) dit alles 12) weg:
woede, drift, boosaardigheid,
laster en vuile praat uit je mond 13).
9 Lieg niet tegen elkaar,
nu je de oude mens met zijn praktijken hebt uitgetrokken
10 en de nieuwe hebt aangetrokken
die wordt vernieuwd tot hij het beeld doet kennen
van wie hem geschapen heeft,
11 en daarin is 14) geen Griek en Jood,
besnijdenis en voorhuid,
barbaar, Skyth, slaaf, vrije,
maar alles en in allen is Christus.
12 Trek dus aan
- als heilige en geliefde uitgekozenen van God -
een barmhartig innerlijk 15), goedheid, nederige gezindheid 16),
zachtmoedigheid en geduld,
13 waarmee jullie elkaar verdragen en genade schenken 17)
als iemand tegen iemand een grief heeft;
zoals ook de Heer jullie genade schonk, net zo jullie ook.
14 En bij dit alles 18) de liefde,
die samenbindt en zo voltooit 19).
15 En laat de vrede van de Christus beslissend 20) zijn in je harten,
daartoe zijn jullie ook geroepen in het ene lichaam,
en wees dankbaar.
16 Laat het woord 21) van de Christus rijkelijk in je wonen,
waarbij je elkaar in alle wijsheid onderricht en waarschuwt 22),
met psalmen, hymnen en geestrijke 23) gezangen, in genade,
zingend in je harten voor God.
17 En alles wat jullie doen in woord of in werk —
laat dat alles zijn in naam van de Heer Jezus,
terwijl je God de Vader dankt door hem.

1vertaling van Kees Meijer
2Sommige handschriften hebben: ἡμῶν. ὑμῶν wordt wordt echter meestal als beter en sterker beschouwd.
3vertaling van Harry Pals
4ik probeer zo de heftigheid van de briefschrijver te laten doorklinken; NBV `laat afsterven´
5NBV vlak `wat aards is´
6NBV `ontucht´, verliest de verbinding met het OT-ische begrip
7waar haalt de NBV `zedeloosheid´ vandaan?
8waar haalt de NBV `lage´ vandaan?
9meer dan afgoderij (NB, NBV), het gaat om de dienst aan afgodenbeelden
10`wandelen´ (NB) al te archaïsch
11grote nadruk, met `nuni´ en uitdrukkelijk `jullie´
12de NBV haalt `wat slecht is´ uit het nu volgende rijtje naar voren — waarom?
13waar is de mond in de NBV gebleven?
14`geen sprake´ vult de NBV aan, is wel verleidelijk, maar de brief gaat verder: Griek en Jood zijn er niet meer als zodanig
15zo NB; NBV `innig medeleven´
16meer dan `nederigheid´ (NB) en `bescheidenheid´ (NBV)
17NBV `vergeven´, daar heeft het bijbelgrieks een ander woord voor, en het is jammer dat de connotatie `genade´ wegvalt
18NBV `bovenal´
19`volmaakt´ (NB, NBV) is erg absoluut, klinkt onhaalbaar; lett. `de band van de voltooiing´
20specifieker dan `heersen´ (NB, NBV)
21NBV haalt met `de woorden´ de kracht van het beslissende woord weg
22beter dan het archaÄ«sche `vermanen´(NB en NBV)
23zegt meer dan het afgesleten `geestelijke´; NBV: `die de Geest u vol genade ingeeft´